top of page
IMG_1927.jpeg

Atelierbezoek bij Levi van Veluw
Een eigen universum

FullSizeRender-1 2.jpeg
IMG_1924.jpeg
FullSizeRender-9.jpeg

Het werk van Levi van Veluw (1985) valt in de smaak van veel verzamelaars, maar hij daagt zijn publiek ook uit met steeds nieuwe stappen - met installaties, met tekeningen en met sculpturen. Een ateliergesprek over hoe hij zelf zijn eigen koers bepaalt, met en zonder de markt.

 

Interview: Koos de Wilt en foto's voor Collect

 

De lente breekt door in de bosachtige omgeving van het Havengebied in Zaandam, het is er alsof je ver van de stad bent. Ergens, in een van de panden op het voormalig industrieel terrein waar in het verleden wapens werden gemaakt, staat het atelier van de 32-jarige kunstenaar Levi van Veluw. In de grote hoge ruimte, met een sierlijk rond plafond, staan overal kunstwerken op tafels die in verschillende fases van gereedheid zijn. Een medewerker maakt met een elektrisch zaag herrie bij het zagen van plankjes voor een soort letterbakachtige kunstwerk in de serie Monolith. Van Veluws vriendin Noah en haar assistent werken ondertussen onverstoord door aan hun eigen werk: het ontwerpen van etalages voor onder ander de Bijenkorf. Levi wandelt ertussen door. Hij heeft nog last van een jetlag en een verkoudheid opgelopen van zijn reis naar New York. Hij was daar als enige Nederlander met zijn werk vertegenwoordigd op de prestigieuze hedendaagse kunstbeurs The Armory Show, bij Galerie Ron Mandos.

 

‘Ik kreeg gelijk het label van fotograaf terwijl ik me dat eigenlijk niet perse voelde.’

 

Zijn werk ontwikkelde zich van foto’s van zijn eigen gezicht - met daarop pentekeningen, stenen tot zelfs complete landschappen - naar installaties van personen in een ruimte. Daarna kwamen er zwart/wit tekeningen van ruimtes en installaties en sculpturen waarin je helemaal geen mensen meer tegen komt. Hoe beschrijf de kunstenaar zelf deze weg? ‘Mijn portretten waren afstudeerwerk. Ik was nog heel jong en zonder budget maakte ik deze foto’s intuïtief van mijn eigen hoofd, dat kostte niks. Het werd snel opgepakt na en gelijk gepresenteerd als belangrijk. Ik had daar zelf wel vraagtekens bij. Was het werk wel voldoende doorontwikkeld? Ik kreeg ook gelijk het label van fotograaf terwijl ik me dat eigenlijk niet perse voelde. Het begon met niet meer dan zes foto’s, maar het was een mooi startpunt om mij van daaruit verder te ontwikkelen. Al snel wilde ik af van het afbeelden van mijn hoofd, maar ik wist nog niet waar naartoe. Daar werd ik door andere disciplines mee geholpen. Na de foto’s van mijn gezicht maakte ik eerst installaties in een soort familieopstelling met mensen, een herkenbare opstelling, maar ook met een ongemakkelijk sfeer. Daarna ging ik installaties maken zonder personen erin waarbij je je kunt afvragen in hoeverre je de persoon erin nog wel blijft herkennen. Daarna ben ik gaan tekenen waarbij ik een leeg vel voor me had en waarop ik iets moest maken uit het niets, in zwart en wit. Jezelf tekenen zou raar zijn dus kwam ik ergens anders uit. In de tekening was er nog wel een opstelling van een kamer waar je een menselijke ordening ziet, maar dan zonder functie omdat de muren zijn verdwenen.’

‘De verandering van disciplines gaf me de ruimte inhoudelijk iets anders te onderzoeken.’

Meerdere disciplines

Als je je werk bekijkt van de afgelopen tien jaar valt op dat je steeds zwarter bent gaan werken. Van Veluw: ‘Dat kwam eigenlijk voort uit de tekeningen die ik ben gaan maken. Die zijn in zwart/wit. En door de beperkingen daarvan wilde ik dat in een volgende fase vasthouden, tenzij kleur inhoudelijk iets zou toevoegen, niet alleen omdat dat misschien mooier zou zijn. Tot het moment dat dat zo is, houd ik vast aan zwart/wit. En zo nam ik zwart wit mee in mijn 3D werk. De verandering van disciplines gaf me de ruimte ook inhoudelijk iets anders te onderzoeken. Ik ging mezelf afvragen waarom we in ruimtes willen verblijven met muren en waarom die eigenlijk recht moeten zijn? Het gaat mij er niet om daarop een antwoord te geven, maar meer om een bepaald gevoel op te roepen en dat vast te leggen in een beeld. Het is vergelijkbaar met als dat je jezelf vragen stelt over het heelal, over wat het is en wat het betekent. Ik vind het spannend om het melancholische gevoel op te roepen en dat in een beeld te vangen. Ik zoek naar waar een menselijke logica geconfronteerd wordt met een andere logica van de natuur. Een kast met een archief valt langzaam om en voor ons wordt het een chaos, maar de natuur volgt een vaste formule. Het is helemaal geen chaos, maar pure natuurkunde waar je een berekening op kunt loslaten. Wij gaan als mensen op een andere manier met de wereld om dan de natuur zelf omgaat met de dingen. Ik ben gefascineerd door rasters en ordening, maar tegelijkertijd wil ik die ordening bevragen. Waarom willen we dat? Waarom willen we leven in een gordend huis, maar ook weer niet te geordend? Ik wil daar geen antwoord op geven. Dat moet een filosoof doen, maar ik kan wel het gevoel geven aan een filosoof om daar wat mee te doen. Soms vragen ze mij ook een beeld ter illustratie van wat ze schrijven.’

 

‘Mijn werk is conceptuele kunst verteld door beeld.’

 

Een eigen, kloppende werkelijkheid

Voor zijn werk The Monolith maakte Van Veluw een perfecte kubus die zich in het midden in de ruimte bevindt. In deze schijnbaar massieve constructie is een soort atelier te zien van de schepper, de uitvinder, de kunstenaar, de maker van een nieuw universum. Daar bedenkt, verzamelt, organiseert, regelt en maakt hij een alternatieve realiteit. Hier worden geometrische vormen en hekken gecreëerd die doen denken aan eerder werk. Ook inhoudelijke thema’s, zoals chaos, orde, wanorde of vervreemding komen hier terug. Sinds zijn vroege jeugd, is de kunstenaar al gefascineerd door dingen die theoretisch mogelijk zijn, maar moeilijk zijn voor te stellen. Hij fantaseert over een omgeving met andere wetten van de natuur, een wereld met een andere logica, een logica die Van Veluw zelf creëert. Een werkelijkheid die de beschouwer van zijn werk als natuurlijk en logisch moet ervaren. En door het creëren van een omgeving waarin hij alles opnieuw heeft gedefinieerd, verliest de bezoeker van zijn installatie de greep op de gewone werkelijkheid. De kunstenaar gebruikt vaag herkenbare vormen en creëert daarmee een vervreemdende omgeving, waar de bezoeker zijn eigen associaties op mag toelaten. Van Veluw: ‘Het aller-leukste van kunstenaar zijn is dat je je eigen logica kan verzinnen, toepassen en kloppend maken. Je verzint iets wat er niet is. Maar dat doet de rest van de wereld ook: daar worden ook wetten en regels verzonnen waarvan je je ook kunt afvragen of die wel logisch zijn en of ze wel kloppen. Ik creëer een alternatieve werkelijkheid die reflecteert op de gewone werkelijkheid. In principe is die net zo waar. Als ik een claustrofobische gang maak, dan lijken die op de eindeloze serverkasten bij Google, ook die gangen hebben iets claustrofobisch. Met dat beeld maak ik associaties, niet te letterlijk, en ik geef daarbij aan de kijker de vrijheid eigen associaties te maken. Dan krijg je dat iemand gaat nadenken.’ 

 

Visuele conceptuele kunst

Op de academie is de focus meer op het conceptuele dan op het ambachtelijke maken. Hoe belangrijk is het visuele voor jou? Van Veluw: ‘Het conceptuele zie je niet alleen veel op de academies, ook in de museale wereld. Ik ben heel erg voor een visuele conceptuele kunst. Mijn werk is conceptuele kunst verteld door beeld. Tussen mooie plaatjes en het conceptuele zit een heel mooi midden. Alles in een beeld moet getoetst zijn aan het concept, maar het mag er wel zijn. In mijn geval: als kleur geen toegevoegde waarde heeft behalve het mooie dan hoef je het niet toe te voegen.’ En hoe belangrijk is het handwerk voor jou? ‘Ik vind het belangrijk dat je ziet dat er met een hand aan gewerkt is, omdat ik het belangrijk vind dat je voelt dat iets een oorsprong heeft. Je voelt altijd of iets echt gemaakt is door handen en niet door een machine en dat gevoel wil ik overbrengen. Als iets kaarsrecht is, dan heeft heel andere associaties dan dat je voelt dat iemand heel erg geworsteld heeft om iets zo te krijgen. Dat iets een proces heeft gehad. Ik vind het proces belangrijk. Het is als dat je in een kring een verhaal doorvertelt in elkaars oor en dat het aan het eind van de kring een ander verhaal is geworden. Dat andere, nieuwe verhaal wil ik ook in mijn werk terugzien.’

 

‘Het is niet voor niets dat negentig procent van wat kunstenaars maken, je aan de muur kunt hangen. En dat is heus niet omdat kunstenaars heel graag iets wil maken wat je graag aan de muur hangt.’

 

In 2015 werkte Van Veluw een jaar lang aan The Relativity of Matter, een installatie waar je doorheen loopt alsof je door een huis loopt, of een museum. Bezoekers belanden in een wirwar van gangen, deuren en kleuren, een atmosferisch droomlandschap. Is dat de nieuwste vorm: Van Veluw: ‘Het liefste zou ik alleen maar dit maken. In Nederland gebeurt het helaas niet dat een heel museum wordt getransformeerd door een kunstenaar die daarin geheel vrij gelaten wordt. Het liefste zou ik alleen maar installaties maken waarin de sculpturen verwerkt zijn. Maar je moet als kunstenaar altijd concessies doen. Het is niet voor niets dat negentig procent van wat kunstenaars maken, je aan de muur kunt hangen. En dat is heus niet omdat kunstenaars heel graag iets wil maken wat je graag aan de muur hangt. Dat is om te verkopen. De beperking zorgt er niet voor dat het werk minder goed wordt. Je maakt werk dat ook goed op de muur kan omdat dat dan goed op een beurs of galerie vertoond kan worden. Maar ik zou mij als kunstenaar te kort doen als ik geen installaties meer zou kunnen maken. Er zijn in de kunstwereld allemaal beperkingen, de kunst van de kunstenaar is om daar een soort vrijheid in te zoeken. Tot nu toe is dat goed gelukt. Ik heb een balans tussen het commerciële en dat ik zonder subsidie een installatie kan maken. Het voelt fijn als ik aan niemand verantwoording hoeft af te leggen. Als dat dan niet verkoopt, maakt mij dan niets uit.’

 

CV

Levi van Veluw (1985, Hoevelaken) is multi-disciplinair kunstenaar. Hij maakt foto’s, video’s, sculpturen, installaties en tekeningen. Hij werd in 2008 bekend met zijn solotentoonstelling Landschappen. In dat jaar werd hij bekroond met de International Photo Award in New York voor de fotoserie Stylo, en de selectie van een van zijn video werkt voor de Whitstable Biennale Verenigd Koninkrijk. In 2010 werd het werk van de kunstenaar tentoongesteld in een reeks van grote museale exposities, met inbegrip van de tentoonstelling "Dead or Alive" in het Museum voor Kunst en Vormgeving in New York, Marres Huis voor actuele Cultuur Maastricht, Ars Electronica in Linz, Centrum voor Hedendaagse kunst, Torun, Polen. Naast zijn werk in zijn individuele praktijk, heeft Levi van Veluw ook gewerkt aan opdrachten voor particulieren. Op deze manier heeft hij samengewerkt, in 2012, met de directeur van het Zeitz MoCAA Marc Coetzee op de film "Familie" in het kader van het Films4peace project. In 2014, van Veluw gecreëerd voor Hermès een levensgroot site-specific installatie voor een van hun belangrijkste venster in Shanghai.

[2019]

bottom of page