top of page

Navid Nuur (Teheran, 1976) is op dit moment een van de meest opvallende kunstenaars in Nederland. Meestal proberen mensen hem in het hokje van de conceptuele kunst te proppen. Zelf houdt hij niet zo van hokjes. Wat zijn zijn ideeën over wat kunst is en wat betekent zijn atelier voor hem?   

Koos de Wilt voor het blad Wijzer Van de Rabobank private banking.

‘Ik wilde mijn pad all the way volgen’
Op bezoek bij kunstenaar Navid Nuur in Den Haag

De afspraak vindt plaats in het volle cafégedeelte van de openbare bibliotheek in Den Haag. Een onpersoonlijke ruimte. Hij wil zijn munttheeblaadjes graag ernaast om het verschil te proeven tussen losse blaadjes in de thee, blaadjes met steeltjes of alles gecrusht. Het is de onderzoekende houding van een kunstenaar. Pas heel laat is hij met kunst in aanraking gekomen, in 2000, toen hij al twintiger was. Nuur: ‘Ik was ondergedompeld in de graffiti- en skatewereld en beide werelden bevinden zich op de grens van wat mag en niet mag en durven en niet durven. Een trap was niet een trap, maar iets waar je trucjes op kon doen met je skateboard en een wand was een plek waar je teksten op kon spuiten.’ Op de grafische school kreeg Nuur voor het eerst kunstgeschiedenis. Hij vond er niks aan. Tot er ineens slides voorbij kwamen van de tuinen van Monet in Giverny. Nuur: ’Toen viel het kwartje, eigenlijk meer een luchtdrukverschuiving, want toen zag ik ineens dat het om iets heel anders ging dan een mooi plaatje van een vijver. Ineens zag ik dat het voor Monet een excuus was om beweging van tijd in beeld te brengen. Ik zag wat hij tussen al die bladeren aan het doen was. Ik heb toen aan mijn vriendin, mijn huidige vrouw, verteld dat ik dat pad all the way wilde volgen, ook als dat geen geld zou opleveren. Ik gaf haar toen de keuze weg te gaan. Ze is gebleven.’ 

'Ineens zag ik dat het voor Monet een excuus was om beweging van tijd in beeld te brengen. Ik zag wat hij tussen al die bladeren aan het doen was.'

Het vrituele atelier

Nuur ontvangt niemand op zijn atelier. ‘In mijn atelier worden mensen snel afgeleid en zeggen dan zoiets als: ‘Goh, zo hang jij dus je jas op. Interessant!’ Ik heb een atelier, maar zie ook verschillende plekken in de stad als mijn atelier. Op die plekken spreek ik niet af, met niemand. Ik wil op die plekken geen associaties hebben met de personen die ik daar heb ontmoet. Ik spreek af op de plekken in Den Haag waar ik normaal niet zou komen - beneden bij de Bijenkorf, of bij Dudok, of boven bij de HEMA of hier in het café van de openbare bibliotheek. Grote, anonieme, grijze plekken. In het begin had ik veel verschillende ateliers. Ik realiseerde mij toen dat die fysieke plekken ook feitelijk de kaders waren waarbinnen je werkte. Voor een project ging ik de plinten bewaren en op elkaar stapelen als een vorm van groei en om te zien hoe ruimtes op elkaar balanceren. Dat werk kan ik nu niet meer maken omdat ik niet meer zo over een atelier denk.’ 

 

Andere manier van kijken

Volgens Nuur is het maakproces gerelateerd aan een vaste plek een ouderwetse en achterhaalde gedachte. ‘Wat ik maak doe ik niet op één plek. Die plek is flex in mij. Het is een fusion tussen mijn innerlijk kompas en het internet. Het echte werken gebeurt tussen mezelf, mijn iPad, het internet en normen en waarden in combinatie met materialen die bij mij passen. Als je veel reist, ga je je realiseren dat je niet steeds terug kunt gaan naar dezelfde ruimte. Je hebt verschillende ruimtes nodig. Daarnaast realiseerde ik mij dat als ik een perfect gelakt oppervlakte wil, ik dat beter kan uitbesteden aan iemand die dat goed kan. Dat moest dus elders gebeuren. Ik probeer steeds meer de plek te ontrafelen waar het gebeurt en die zo op te stellen dat je erbij kunt zonder dat je ergens fysiek naar toe moet. De dingen die ik verzamelde moest ik niet in allemaal in laatjes stoppen in mijn atelier, maar in een dropbox. Mijn dropbox is een kloppende hart van mijn praktijk. Daar zitten ook dingen die wel of niets kunnen worden. Een gefotografeerd object kan een file worden en uiteindelijk misschien een kunstwerk. Het gaat niet om het fysieke object. Het hoogst bereikbare bij een kunstwerk is niet dat ding dat in een museum staat, maar dat je naar een plek gaat en dat je daar gereedschap meekrijgt om op een andere manier te kijken naar de wereld en naar de spullen die je thuis in je keukenla vindt. Het leunt niet op het originele object.’ 

 

'Het hoogst bereikbare bij een kunstwerk is niet dat ding dat in een museum staat, maar dat je naar een plek gaat en dat je daar gereedschap meekrijgt om op een andere manier te kijken naar de wereld en naar de spullen die je thuis in je keukenla vindt.' 

Schilderen in vitamine D

Nuur creëert beelden vanuit het materiaal, vanuit de transformatie die het materiaal aan kan. Hij is bijvoorbeeld geïnteresseerd in hoe neon echt werkt en gebruikt dat als grondstof voor een kunstwerk. Of hij vraagt zich af wat monochrome schilderijen echt zijn door voor een schilderij kleuren te gebruiken die de natuur niet kent. Nuur: ‘Ik ben nu bezig met een serie werken over schilderkunst. Als je naar een schilderij kijkt, zie je dat door middel van licht. Licht is iets dat je ziet door iets dat omgezet wordt in vitamine D. Dus ik dacht: waarom maak ik niet direct een schilderij met vitamine D. Wat ik nu dus heb, is een theoretisch object dat lijkt op een abstract schilderij, dat ook aanvoelt als een schilderij en dat dus massaal werd opgepakt in de schilderijenmarkt. Maar ik kan ze niet onbeperkt maken. Als ik er meer maak, kan ik nu mijn hypotheek in een keer aflossen, maar dan kan ik niet meer de vrijheid behouden om te doen wat ik moet doen als kunstenaar.

 

 

  

CV NAVID NUUR

Navid Nuur (Teheran, 1976) woont en werkt in Den Haag. Zo'n tien jaar geleden maakte hij de overstap van grafische vormgeving en illustratie naar de autonome beeldende kunst. In relatief korte tijd heeft hij zich ontwikkeld van een veelbelovend talent tot een rijzende ster in de internationale kunstwereld. Solotentoonstellingen van Navid Nuur waren onder andere te zien in het kunstcentrum Matadero in Madrid, Parasol in London en Centre Pompidou in Parijs. Zijn werk werd bekroond met de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst (2011) en de prestigieuze Discoveries Prize tijdens de eerste editie van Art Basel in Hong Kong (2013).

Blackblock (2013) T244

Schilderij

Afmeting: 135 x 90 cm

inkt, linnen, tijd en zwaartekracht

tweeluik: 100 x 90 cm en 35 x 90 cm

BROKEN CIRCLE (2011) T090

Object

diameter 120 cm

neon, neongas, gebroken glas

bottom of page