top of page
Schermafbeelding 2021-09-01 om 13.30.43.png
IMG_1972.jpeg
68440784-21C9-41D2-9806-5AC82FFADA7A_1_201_a_edited.png

Wandelen met Carolyn Drake Kandiyoti (1985), galerist bij Mendes Wood DM in Brussel

 

‘Hier in Brussel komt de wereld samen’

 

Elke maand een wandeling met een professional uit de wereld van de kunsten. Deze keer met Carolyn Drake Kandiyoti, een Nederlandse galerist in Brussel.

 

Tekst en Beeld van Koos de Wilt

IMG_1821.jpeg

In de galerieruimte van Mendes Wood DM.

IMG_2015.jpeg

De achtertuin van Mendes Wood.

IMG_1848.jpeg
IMG_1830.jpeg
IMG_1871.jpeg

Marina Perez Simão en Carolyn ontmoetten elkaar een paar jaar geleden toevallig in een bar in Parijs.

‘Zolang ik in Brussel kom, staat dat Justitiepaleis in de steigers’, vertelt Carolyn. ‘Ik heb eens gehoord dat ze de steigers moesten vervangen omdat die zelf ook op instorten stonden.'

IMG_1918.jpeg

Hellemanswijk, een sociale nieuwbouwwijk gebouwd in een eclectische stijl met art-nouveau-inslag.

IMG_1901.jpeg

Beneden aan het Paleis van Justitie.

IMG_1907.jpeg

Wandelen door de Marollen.

IMG_1923.jpeg

De veertiende-eeuwse Hallepoort, nu een museum over de geschiedenis van Brussel.

IMG_1924.jpeg
IMG_1948.jpeg
IMG_1937.jpeg

De vlooienmarkt op het Vossenplein

IMG_1951.jpeg

In de Blaesstraat zijn overal winkels te zien met design uit de twintigste eeuw en Carolyn stapt binnen bij Via Antica, een zaak van meer dan 2000 vierkante meter meubelen.

IMG_1967.jpeg

Soms ziet verbrusseling er ook nog wel mooi uit zoals bij de Kunstberg waar om een oude kerk de Koninklijke Bibliotheek is gebouwd.

IMG_1995.jpeg

‘Het schijnt dat Peter de Grote tijdens een bezoek aan Brussel tijdens een feestmaal iets te veel had gedronken en bij een fontein hier heeft overgegeven.’

IMG_2028.jpeg

Au Vieux Saint Martin met Carolyn en Diana Campbell .

‘We voelden ons direct thuis hier vier jaar geleden’, zegt galerist Carolyn Drake Kandiyoti als ze haar wandelgast begroet voor de grote deuren van een familiehuis uit 1911 aan de Grote Zavel, een villa van de hand van de Belgische architect Adrien Blomme. ‘We zagen dat het pand te huur stond, zijn gelijk bij de makelaar naar binnen gelopen en zijn het gaan huren. We zijn dat toen ook direct gaan vieren bij brasserie Au Vieux Saint Martin, hier verderop het plein.’ Een tachtigjarige telg van de familie woont nog in het familiehuis en verhuurt de rest van het pand aan de Braziliaanse galerie Mendes Wood DM die er tentoonstellingsruimtes heeft met ruimtes voor artists in residence. Precies tegenover de ingang rijst de enorme vijftiende-eeuwse Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk op en rechts ligt het parkje met tien bronzen beelden van belangrijke mannen van de zestiende-eeuwse Nederlanden rondom een standbeeld van Egmont en Horne. Een chique plek voor een hedendaagse kunstgalerie. Binnen neemt de galerie partner de enorme trappen van de oude villa en wandelt over het luidruchtig krakende parket van de oude woonruimtes. Carolyn: ‘Onze galerie vertegenwoordigt kunstenaars uit de hele wereld die allemaal een net iets andere insteek hebben dan de standaard westerse canon. De praktijken gaan vaak over onderwerpen als afkomst, religie, politiek, ecologie en seksualiteit vanuit een niet-eurocentrisch perspectief. De in Mexico wonende Amerikaan Alma Allen heeft hier tot begin oktober zijn eerste tentoonstelling in Europa in zowel de galerie als Museum van Buuren en daarna tonen we boven een solo show van Daniel Steegmann Mangrané, een Spanjaard die in Rio woont, en beneden een duo show van de Italiaanse schilder Guglielmo Castelli in dialoog met de Russische beeldhouwer Evgeny Antufiev.’

 

Wereldburger

Wandelen in Brussel is bij Carolyn als wandelen over de hele wereld. ‘Ik ben Nederlands, maar dat voel ik mij vooral als ik elders in de wereld ben. Ik hou ervan overal in de wereld te snuffelen. Als kind vloog ik vaak naar Kaapstad, waar mijn moeder vandaan komt, naar New York, waar mijn vader is opgegroeid en naar Argentinië waar mijn oma en haar familie tijdens de oorlog naartoe verhuisden. Ik ben opgegroeid vlakbij Den Haag, in hetzelfde huis dat werd gebouwd door mijn overgrootouders voordat zij verhuisden. Een mooi huis, begin jaren dertig ontworpen door architect en meubelontwerper Hendrik Wouda. Mijn overgroot opa was vanuit Duitsland naar Rotterdam gekomen omdat daar de haven was, the gateway to the world. Ik kom dus overal en nergens vandaan. En dat past bij Brussel. Brussel heeft ook veel culturen en waar je op straat veel verschillende talen hoort. Sommige dagen vind ik het hier geweldig en soms verschrikkelijk. Zeker als ze voor de derde keer de weg voor je deur openbreken. Ook Braziliaanse kunstenaars voelen zich enorm thuis in Brussel. Het is tegelijkertijd verfijnd en rommelig, het is klein en ook het centrum van Europa. Bovendien is deze stad betaalbaar als je het vergelijkt met Parijs en Londen. Dat is fijn voor kunstenaars.’

 

Wandelen in Brussel met galerist Carolyn Drake Kandiyoti is als wandelen over de hele wereld.

De galerist neemt de extreem kleine lift naar boven waar de Braziliaanse schilder Marina Perez Simão aan de slag is. Het ruikt er naar olieverf en op de vloer liggen tientallen kwasten en staan enorme schilderijen in verschillende stadia van gereedheid. De schilderijen staan op het punt te worden verscheept naar China voor een tentoonstelling in het Sifang Art Museum in Nanjing terwijl de kunstenaar teruggaat naar Brazilië na een zes maanden lang verblijf in New York en Brussel. Een paar jaar geleden ontmoetten Marina en Carolyn elkaar in een bar in Parijs, zo vertelt de kunstenaar. Daar kwamen ze erachter dat ze dezelfde verjaardag hadden. Marina was een van de eerste kunstenaars van de galerie. ‘Mijn werk gaat over het gevoel dat ik heb bij de natuur’, zegt de kunstenaar terwijl ze de schilderijen langzaam afwerkt. ‘Ik gebruik verschillende technieken, zoals collage, waterverf en olieverf, als uitgangspunt om binnen- en buitenlandschappen met elkaar te verbinden. Ik componeer visuele reizen die soms het onbekende, het abstracte en het vage doorkruisen, maar ook visioenen en herinneringen oproepen.’

 

Verbrusseling

Carolyn neemt de trap naar beneden en stapt de Kleine Zavel op en slaat de hoek om, de weg die loopt van het Koningsplein via de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk naar het enorme complex van het Justitiepaleis. ‘Dit is een buurt waar altijd al antiekwinkels zaten, maar nu komen er ook steeds meer hedendaagse kunstgaleries. Wij waren een van de eersten.’ Links, rechts en rechtdoor op de Regentschapstraat vallen de eindeloze rij steigers op. Ook verderop om het Justitiepaleis heen. ‘Zolang ik in Brussel kom, staat dat gebouw in de steigers’, vertelt Carolyn. ‘Ik heb eens gehoord dat ze de steigers moesten versterken omdat ze op instorten stonden. België is een land van maar elf miljoen inwoners, maar is een opeenstapeling van besturen. In België wordt de verantwoordelijkheid gedeeld tussen zoveel lagen dat uiteindelijk niemand de leiding heeft. België is de meest succesvolle mislukte staat ter wereld, zo stond er kortgeleden in een hilarische column in The Economist. Niks is goed geregeld, maar het gaat de meeste Belgen meer dan goed. Ik herken dat meteen. Wat je hier overal ziet, is wat in het Frans bruxellisation wordt genoemd en waarbij over oude, historische delen van stad gewoon heen wordt gebouwd. Het verwijst naar het gebrek aan ruimtelijke ordeningsregels. Iedereen doet maar wat. Soms ziet dat er ook nog wel mooi uit zoals bij de Kunstberg waar om een oude kerk de Koninklijke Bibliotheek is gebouwd. Meestal is het minder geslaagd. Ik pas daar goed tussen. Inmiddels ben ik getrouwd met een Brusselaar die ook een wereldse achtergrond heeft met wortels in Turkije. We hebben elkaar ontmoet bij de opening van de galerie in Brussel.’

 

De Marollen

De Lift van de Marollen, vlakbij het reuzenrad, doet het niet en dus lopen we de trappen af naar beneden door de Onze-Lieve-Vrouwen van Gratiestraat de Marollen in. Hoe komt Carolyn eigenlijk bij een Braziliaanse galerie terecht? ‘Toen ik voor de eerste keer in Sao Paulo kwam, was ik gelijk verliefd op de stad, vooral door de grootste mix van culturen. In Sao Paulo is de grootste gemeenschap Japanners buiten Japan, een gigantische Libanese gemeenschap, Italianen die de stad hebben opgebouwd, Portugezen, Afrikanen en inheemse bewoners. Het is nog meer een melting pot dan New York. En toch voelt iedereen zich daar Braziliaans. De dichter Oswald de Andrade had in 1928 zijn Manifesto Antropófago geschreven waarin hij beschrijft hoe Brazilianen allerlei culturen opeten en daarna een unieke cultuur uitpoepen. Die mix van culturen paste heel goed bij me. Toen ik nog studeerde, ben ik gevraagd door mijn vrienden van de galerie om een show te komen cureren in Sao Paulo. Dat had ik nog nooit gedaan, maar omdat ik het studeerde vertrouwden zij mij. We waren toen allemaal begin twintig. Ik cureerde de groepstentoonstelling Repeat to Fade met de vertraagde blik van Maaike Schoorel als uitgangspunt. Zo is het begonnen.’

 

Brussel heeft ook veel culturen en waar je op straat veel verschillende talen hoort. Sommige dagen vind ik het hier geweldig en soms verschrikkelijk.

Carolyn loopt door de Hoogstraat langs wegkwijnende winkels die er al decennia zitten en langs steeds meer florerende hippe koffietentjes, designwinkels en kaaswinkels. De galerist voelt zich er thuis en wandelt door de Hellemanswijk, een sociale nieuwbouwwijk gebouwd in een eclectische stijl met art-nouveau-inslag en aan het einde van de Hoogstraat langs de veertiende-eeuwse Hallepoort, nu een museum over de geschiedenis van Brussel. Daarna draait ze rechts de Blaesstraat in de richting van de vlooienmarkt op het Vossenplein. ‘Het leeft hier en je voelt bij elke hoek de geschiedenis, een hoopvolle geschiedenis en soms een geschiedenis van neergang. Ook de in Brussel wonende Braziliaanse Fernando Marques Penteado snuffelt hier graag rond om inspiratie op te doen en koopt zelfs spullen om te verwerken in zijn kunst. Hij maakt fictieve verhalen geïnspireerd op de werkelijkheid. De oude tennisrackets die hij borduurt koopt hij allemaal hier op de vlooienmarkt.’

 

Peter de Grote

In de Blaesstraat zijn overal winkels te zien met design uit de twintigste eeuw en Carolyn stapt binnen bij Via Antica, een zaak van meer dan 2000 vierkante meter meubelen. Ondertussen vertelt ze over haar eigen geschiedenis met kunst. ‘Mijn grootouders hadden een mooie verzameling van Duitse expressionisten. Die kunst bewonderde ik altijd wanneer ik op bezoek kwam in New York. Met mijn oma ging ik altijd naar de Metropolitan Museum of Art, het MoMA, de Frick Collectie en andere musea in New York City. Ook mijn ouders zijn kunstliefhebbers. Ze bezoeken vaak beurzen en tentoonstellingen en in mijn ouderlijk huis hing altijd hedendaagse kunst aan de muur. Na de middelbare school ben ik dan ook Communications en Fine Arts gaan studeren in New York en later deed ik een master curating aan Goldsmiths in Londen.’

 

‘Mijn grootouders hadden een mooie verzameling van Duitse expressionisten. Ook mijn ouders zijn kunstliefhebbers. Ze bezoeken vaak beurzen en tentoonstellingen en in mijn ouderlijk huis hing altijd hedendaagse kunst aan de muur.

We lopen langs de skatebaan boven het station Brussel-Kapellekerk over de Keizerslaan door de Kunstberg richting de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Daarna steekt Carolyn door het Warandepark in, de tuinen voor het Koninklijk Paleis van Brussel, het werkpaleis van de koninklijke familie. Op een lagergelegen deel van het park, tegen het paleis stoppen we bij een buste van de Russische tsaar Peter de Grote. Een vreemd, achteraf plekje voor een beeld van de beroemde Russische tsaar. Carolyn: ‘Het schijnt dat Peter de Grote tijdens een bezoek aan Brussel tijdens een feestmaal iets te veel had gedronken en bij een fontein hier heeft overgegeven. Voor de Brusselaars was dat voorval kennelijk een onvergetelijke gebeurtenis, want na zijn vertrek lieten ze op de fontein in het Latijn het opschrift ingraveren: ‘Petrus Alexiowitz, tsaar van Moskou en groothertog, gezeten aan de rand van deze fontein heeft er de wateren verrijkt met de wijn die hij heeft gedronken op zestien april 1717 om drie uur ‘s namiddags.’ Typisch Brussels.’

 

Carolyn wandelt terug naar de Grote Zavel, naar Brasserie Au Vieux Saint Martin. Voor de ingang de elegante grijze dame die daar al jaren haar zetel heeft. Binnen treft ze een oude vriendin die ze al kent sinds haar Sotheby’s tijd in New York. Diana Campbell heeft bloemen meegenomen omdat het vandaag de trouwdag is van Carolyn. Diana werkt nu als directeur van de Samdani Art Foundation en onafhankelijk curator en cureert onder andere de show van Marina Perez Simão in China. De vriendinnen hebben een internationale oriëntatie en een bijzondere relatie met de stad Brussel gemeen. Diana is curator die vooral werkt in Zuid- en Zuidoost-Azië, voornamelijk in Bangladesh en de Filippijnen, zo vertelt ze bij de lunch. Maar zo vult ze aan: ze heeft kortgeleden ook een huis gekocht in Schaarbeek. De stad Schaarbeek is dé Brusselse art-nouveau-wijk bij uitstek en ook de plek met het grootste aantal allochtonen. Een mooi deel van Brussel, maar ook een deel met een nogal rommelige reputatie. Een plek bij uitstek dus waar Carolyn en Diana zich thuis voelen. Ook Diana haalt grinnikend de column aan in The Economist ‘Belgitude: the art of Belgian zen’. ‘Charlemagne heeft het over Belgische zen: het vermogen om te gaan met een manier van leven die soms verontrustend, soms prachtig, maar altijd raar is. Laten we daarop toosten.’

[2020]

bottom of page