top of page
DSC05784 2.JPG
Schermafbeelding 2022-09-02 om 17.30.52.png
Schermafbeelding 2022-09-02 om 17.30.44.png
DSC0E5797.JPG
served-6.png

Onno van Seggelen in zijn werkkamer met heel veel kunstboeken, catalogi en naslagwerken en de wanden tekeningen uit de zestiende tot het begin van de twintigste eeuw.

d3ad87_a6817b4c536248bd9f6d7ed54169d1b7_mv2_edited.png

Kunsthandelaar Onno van Seggelen over handel in tekeningen  

 

‘Het allerleukste is jezelf verrassen’

 

De kunsthandelaar Onno van Seggelen deed goede zaken op de laatste Salon du Dessin in Parijs, de belangrijkste beurs van oude meesters op papier. Het resultaat van tot het gaatje gaan als het gaat om het verassen van de markt en zichzelf.

 

Tekst & beeld van Koos de Wilt voor Collect

In 2010 schreef hij zich in als kunsthandelaar. Eerder studeerde Onno van Seggelen (46) geneeskunde in Rotterdam in de tijd dat hij ook al wat begon te handelen in antieke medische boeken. ‘Ik heb in die tijd heel lang een hoogleraar geassisteerd bij anatomische dissectie. Ik maakte preparaten van delen van het menselijk lichaam voor hem. Dat deed ik heel nauwlettend en met een verfijnde blik. Dat is ook hoe ik naar een tekening kijk’, zegt de kunsthandelaar in zijn werkkamer achter zijn enorme Apple-scherm en met heel veel kunstboeken, catalogi en naslagwerken om zich heen. Aan de wanden tekeningen uit de zestiende tot het begin van de twintigste eeuw met een focus op Nederlandse oude meesters en symbolistische kunst. ‘Ik heb mijn studie aan de wilgen gehangen omdat ik wilde doen wat ik echt leuk vind. Het gaat mij om arbeidsvreugde en het leukste is jezelf verrassen met een blad dat nog niet bekend was en dat dan helemaal tot op de bodem uit te pluizen en te documenteren om het uiteindelijk op de TEFAF, de PAN of de Salon du Dessin Paris te brengen. En dat gaat waanzinnig goed.’ 

 

Meer dan eens blijken de kunstenaars betere tekenaars te zijn dan schilders.

Teyler’s museum

Aan de muren onder andere een soldaat van de zestiende-eeuwse Duitse Friedrich Brentel, een zeventiende-eeuwse late Abraham Bloemaert met elegante engeltjes, een kleurige tulp van Pieter Holsteyn II, landschappen van Esaias van de Velde en Herman Saftleven en onder andere een erotische tekening van de Belgische symbolist Félicien Rops. Ongeveer twee derde van wat Van Seggelen verhandelt gaat tegenwoordig naar musea, zo vertelt de kunsthandelaar. Het Rijksmuseum, Boijmans Van Beuningen, het Dordrechts Museum, het Fries Museum en in het buitenland aan de Hamburger Kunsthalle, de Metropolitan Museum of Art in New York, de National Gallery of Art in Washington en het Fondation Custodia in Parijs, ooit opgezet door het verzamelaarsechtpaar Frits en To Lugt. Aan de muur in zijn werkkamer hangen nog de twee tekeningen die hij net aan het Teyler’s museum heeft verkocht op de Salon du Dessin in Palais Brongniart in Parijs, de topbeurs van kunst op papier, op steenworp afstand van het Louvre en waar alle curatoren en verzamelaars die er wereldwijd toe doen speciaal voor invliegen. Van Seggelen deed er goede zaken, met onder andere de tekeningen waarop de kunsthandelaar in zijn bibliotheek nog even mag aankijken. Een blad met een Scandinavisch landschap uit 1627 van de pionier van tekeningen in zwart krijt Esaias van de Velde (1587-1630) en het blad getiteld September van de Rotterdamse tekenaar Herman Saftleven (1609-1685), waarschijnlijk een walnotenoogst. Van Seggelen laat een catalogus zien waarin dit werk als vermist is vernoemd. Een geweldig mooie ontdekking, al zeg ik het zelf, het blad is decennialang niet op de markt geweest”. Het komt uit de collectie van de Duitse bankier Johann Edler Goll van Frankenstein die zich in de achttiende eeuw in Nederland had gevestigd. Hij was ook een respectabel amateur tekenaar met een geweldige collectie tekeningen. Het blad vult nu een lacune op in de collectie van Teyler’s.’

 

Op gevoel

Hoe ziet een werkdag van een kunsthandelaar in tekeningen er eigenlijk uit? Van Seggelen: ‘Naast het voorbereiden van beurzen een paar keer per jaar, ben ik vooral veel tijd bezig met dingen zoeken die mezelf en de markt verrassen en die ver boven het maaiveld uitsteken. Ik zoek en koop tekeningen die mij raken, waarin ik een bovengemiddelde meerwaarde zie binnen het oeuvre van de kunstenaar. Na de koop bijt ik me erin vast en wil ik er alles over weten. Soms is het bij de aankoop gesneden koek en soms heb je maanden nodig om de puzzel te leggen. Ik ben steeds meer gaan handelen op gevoel. Dan zie je iets en dan weet je: hier moet ik wat mee, dit kan ik niet laten schieten.’

 

‘Het gaat om arbeidsvreugde en het leukste is jezelf verrassen met een blad dat nog niet bekend was en dat dan helemaal tot op de bodem uitpluizen en documenteren.’

Over welke bedragen gaat het eigenlijk bij de bladen die Van Seggelen verhandelt? ‘Een klant kan iets aanschaffen vanaf soms duizend euro tot soms een ton. Het gros zit tussen vijf- en vijfentwintigduizend euro. Het wordt prijzig als je te maken hebt met een gewaardeerde kunstenaar in de kunstgeschiedenis. Daarnaast gaat het over de kwaliteit binnen een oeuvre en natuurlijk over conditie en schaarste. Zo verkocht ik een paar jaar geleden een tekening uit circa 1650 van een knotwilg van Claes van Beresteyn, een zeventiende-eeuwse Haarlemse dilettant, een tekenaar die puur voor zijn plezier tekent, zonder broodwinning als oogmerk. Dat is een fantastische studie van alleen een knotwilg. Heel zeldzaam en van topkwaliteit. Daar viel een belangrijke verzamelaar voor. Terecht. Zoiets vind je niet op de markt en dat vertaalt zich gelijk in waarde.’

 

Signed all over

Veel van de bladen die Van Seggelen verkoopt waren helemaal niet bedoeld voor de verkoop. Vaak zijn ze daarom ook niet gesigneerd. Het zijn vaak studies voor schilderijen of gewoon oefeningen. Meer dan eens blijken de kunstenaars betere tekenaars dan schilders. Van Seggelen laat op het scherm een blad zien dat hij net heeft verkocht: ‘Dat zie je bijvoorbeeld bij deze militaire tent van Pieter van Bloemen. Moet je eens kijken hoe hij het licht heeft gevangen op de scheerlijnen en kijk eens naar de plooival op het tentdoek, dat is net een draperie. Hij heeft twee schilderijen geschilderd waar hij deze tent in heeft verwerkt, maar de tekening is mooier.’ Van Seggelen klikt op een ander kleurig werk aan van de Amsterdamse kunstenaar Albertus Jonas Brandt (1787-1821). ‘Deze aquarel is in Parijs gebleven, verkocht aan het Fondation Custodia in Parijs. Moet je deze malva eens goed bekijken. Dit plantje is wel honderden keren gefotografeerd tijdens de Salon. Het is bijna fotografisch.’ Van Seggelen zoomt in op het scherm. ‘Zelfs als je het uitvergroot blijft het staan. Het is precies goed uitgewerkt. Brandt heeft steeds nieuwe laagjes toegevoegd en vervolgens laten drogen. Er zit geen sprankeltje schaduw bij, het is een hemellichaam in het universum. Het geeft daardoor een hele moderne expressie.’

 

Depot

De kunsthandelaar stapt in zijn auto naar het nieuwe Depot van Museum Boijmans Van Beuningen waar hij een afspraak heeft met de voormalig conservator Tekeningen en Prenten Dr. Albert J. Elen. Bij zijn afscheid schonk hij een tekening aan het museum waar hij zich bijna twintig jaar mocht bezighouden met tekeningen. Van Seggelen had hem de tekening aangeboden. Nu is het blad prominent te zien bij de presentatie van een selectie van werken die Elen in de afgelopen decennia heeft aangeschaft voor het museum. Bij de presentatie hangt de grote tekening van Josephus A. Knip (1777-1847) naast een geïdealiseerd Neoclassicistisch Italiaans landschap van dezelfde kunstenaar. Elen permitteert zich de werken wat bij te lichten en begint te vertellen over de werken. ‘Knip was in 1808 een van de eersten die de net ingestelde Prix de Rome-opdracht ontving van de eerste Nederlandse koning, Lodewijk Napoleon. Daarmee reisde Knip van 1809 tot 1812 naar Rome waar hij veel verbleef in de Sabijnse heuvels ten noorden van de stad. Deze geaquarelleerde tekening gebruikte hij in 1817 voor dit schilderij. Het is het enige schilderij dat het museum heeft van de schilder, in 1869 aangeschaft met het verzekeringsgeld na de brand van het Schielandhuis.’ Van Seggelen kijkt met plezier naar het blad dat nu op zaal hangt. ‘Het was een van de ruim vijfhonderd tekeningen die Knip maakte tijdens zijn reis en mee terugnam naar Nederland. Geweldig dat het nu hier hangt. Het schilderij laat weinig aan de verbeelding over, de tekening aan de andere kant is mysterieuzer, artistieker, vraagt meer aan de beschouwer.’

Onno van Seggelen Fine Arts

Schepenstraat 97 B

3039 ND Rotterdam

+31 (0)6- 411 78 742

E-mail : info@onnovanseggelen.com

Website :  www.onnovanseggelen.com

 

[2022]

  

Onno met de voormalig conservator Tekeningen en Prenten Dr. Albert J. Elen.

bottom of page