Opvallend is dat de pentekeningen nauwelijks aan kracht verliezen bij de enorme blow-ups die te zien zijn in de eerste zaal van de tentoonstelling.
De tentoonstelling ‘Willem van de Velde & Zoon’ in Scheepvaartmuseum in Amsterdam
Alles klopt: de wolken, de golven, de schepen en de mensen erop.
Willem van de Velde de Oude zelf aanwezig bij de zeeslag in de Sont
Solebay wandtapijten naar ontwerp van Willem van de Velde de Oude. De bijzondere aankoop van het Scheepvaartmuseum
Bij de zoon is het een explosie van kleur en van emotie, verstilde en soms onstuimige emotie.
Koos de Wilt voor COLLECT
In Holland en Zeeland van de zeventiende eeuw stond de zee net zo centraal in het leven als het internet nu is. Op zee gebeurde het, handelden we en kwamen we elkaar tegen, meer of minder vriendschappelijk. Via zee kwamen Scandinaviërs, Duitsers, Fransen en Walen aan om hier hun geluk te beproeven. Via zee werd massaal handelgedreven in graan vanuit de Oostzee en in exotische producten uit de Oost en de West. En er waren de zeeslagen, met en tegen de Engelsen, de Spanjaarden, de Fransen en Scandinavische landen. Niet voor niets dat kunst die met de zee te maken had buitengewoon gewild was. Zoals de kunst van de vader en zoon Van de Velde. Zij vertegenwoordigden de maritieme kunst in de vorm van een succesvol, internationaal werkend familiebedrijf dat zeventig jaar bestond en waaruit zo’n 2500 tekeningen en 800 schilderijen zijn geproduceerd. Eerst in Nederland en later in Engeland.
In Holland en Zeeland van de zeventiende eeuw stond de zee net zo centraal in het leven als het internet nu is.
Voor ons zijn Willem van de Velde de Oude (1611-1693) en zoonlief Willem van de Velde de Jonge (1633-1707) gevierde schilders. In hun tijd werden vader en zoon echter niet gezien als celebrities, eerder als vakkundige vaklieden die werken gekend door de kenner. Feitelijk weten we weinig over de personen achter de beroemde schilderijen. We weten ook niet precies waarom de Oude het vak ingerold is. Misschien was het een buurman in Leiden of iemand die hij in de haven tegenkwam toen hij in 1636 naar Amsterdam trok. Van Van de Velde de Jonge weten we dat hij via zijn vader bij Simon de Vlieger in de leer ging. De grote zeeschilder De Vlieger was een vriend van de oude. Wat wel bekend is, is dat de Van de Veldes hun atelier een ‘winckel’ noemden waar ze hun klanten lieten zien wat er allemaal mogelijk was. In die winkel waren niet alleen vader en zoon aan de slag, daarnaast was er ook nog zoon/broer Adriaen. We weten dat hij begin 1672, op jonge leeftijd nog, is overleden. Adriaen kennen we van schilderijen van koetjes, maar samen hebben ze strandscènes gemaakt. Cornelis en Willem, de twee zonen van de Jonge, waren ook in het atelier actief. Uit een notariële akte zou mogelijk blijken dat er ook een van de drie kleindochters/dochters schilderde. Daarover is verder niets bekend, maar bij elkaar illustreert het wel het familiekarakter van het atelier.
Grootste en duurste
Nu is er dus een overzichtstentoonstelling van de wereld van het schildersatelier Van de Velde, in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Nog nooit zijn er wereldwijd zoveel werken van beide kunstenaars tegelijkertijd te zien. Ongeveer veertig schilderijen en penschilderingen, vijfendertig tekeningen én twee unieke wandtapijten met monumentale afmetingen, de duurste aankoop ooit van het museum. Een overzichtstentoonstelling van twee toppers van de Hollandse schilderkunst, waarbij Willem van de Velde de Oude degene was die uitblonk in gedetailleerde penschilderijen en zoonlief Willem van de Velde de Jonge de hoofdrolspeler was in kleurrijke olieverfschilderijen. Vader Van de Velde was een meester van het detail waarbij je, naast zorgvuldig getekende zeeschepen, klotsende golven en dreigende wolken ook in de soms vrolijke en soms doodsangst uitslaande ogen kijkt van de scheepsbemanning. Opvallend is dat de pentekeningen nauwelijks aan kracht verliezen bij de enorme blow-ups die te zien zijn in de eerste zaal van de tentoonstelling. We weten dat de vader van de Oude werkte in de scheepvaart. Hij kende dus wat hij zag en wist dus precies wat hij tekende. Bij de Oude weten we dat hij eerst nieuwsprenten ging maken en daarna steeds meer groter ging werken. Later – en dat maakt hem bijzonder – ging hij met de schepen mee en tekende heel precies wat hij tijdens de slagen die we nog steeds kennen uit onze geschiedenisboeken. Hij maakte op een bootje met uitzicht op de grote schepen zeer gedetailleerde en heel arbeidsintensieve penschilderingen op perkament. Later werkte hij dat op groot formaat paneel en doek.
Willem van de Velde de Oude degene was die uitblonk in gedetailleerde penschilderijen en zoonlief Willem van de Velde de Jonge de hoofdrolspeler was in kleurrijke olieverfschilderijen.
Bij Willem van de Velde de Jonge gebeurt er ook van alles op zijn doeken, of dat nu op een woeste zee is of een verstilde haven. Ook dat blijft krachtig bij het zien van de uitvergrotingen aan de wanden van de tentoonstelling. Bij de zoon is het een explosie van kleur en van emotie, verstilde en soms onstuimige emotie. Zowel bij vader als zoon is het alsof je er als toeschouwer daadwerkelijk bij bent en alles wat er te zien was stukje bij beetje kunt onderzoeken in een Hollandse haven of strand of deelachtig kunt zijn bij een bloedige slag op zee. Vader van de Velde kun je ook daadwerkelijk tegenkomen op zijn werk. Als naar links op de pentekening kijkt van De slag bij de Sont, zie je hem in een galjoot zitten en ben je getuige van hoe hij als een soort oorlogscorrespondent getuige was van de slag. Vader en zoon kwamen ook met technische vernieuwingen, zo laat de tentoonstelling zien. Ze maakten pentekeningen die je kon schoonmaken met een natte doek. Ook het feit dat ze tekeningen maakten die zo groot waren als een schilderij maakte hun werk uniek. Door het werk te zien van de twee ervaar je de breedte en diepte van de maritieme wereld van de zeventiende eeuw en ontdek je tot in detail kalme zeegezichten, dramatische stormen en monumentale zeeslagen.
Wegbereider Engelse maritieme schilderstraditie
Lange tijd werkten vader en zoon in Amsterdam, maar toen tijdens het Rampjaar 1672 in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de markt voor kunst instortte, gingen ze hun geluk beproeven aan de andere kant van de Noordzee. In Engeland werden ze welkom geheten aan het koninklijke hof waar ze zowel met Karel II als zijn opvolger Jacobus II goede betrekkingen mee hadden. Van deze Stuarts kregen vader en zoon Van de Velde een jaargeld van elk honderd pond en een prachtig atelier in het Queen’s House in Greenwich. In hedendaagse termen zouden we dit misschien zien als landverraad, maar dat gevoel van nationalisme past meer bij wat pas in de negentiende eeuw ontstond. In de zeventiende eeuw speelde dat minder. Tijdens de oorlogen kon je gewoon reizen tussen Hellevoetsluis en Harwich en bovendien was er al een Nederlandse schildersgemeenschap aan het Engelse hof.
Zowel bij vader als zoon is het alsof je er als toeschouwer daadwerkelijk bij bent en alles wat er te zien was stukje bij beetje kunt onderzoeken in een Hollandse haven of strand of deelachtig kunt zijn bij een bloedige slag op zee.
Het verblijf in Londen was een succes voor vader en zoon. Hier ontstond ook de opdracht voor de monumentale wandtapijten over de slag bij Solebay van 1672, een slag tussen de Engelsen en Nederlanders die onbeslist bleef, maar waarbij er aan beide zijden een overwinning werd geclaimd. Het Scheepvaartmuseum heeft twee exemplaren van deze wandtapijten aangekocht die nu in gerestaureerde vorm te zien zijn in de tentoonstelling. Het zijn de grootste en ook duurste aanwinsten uit de geschiedenis van Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, maar ook in de tijd zelf de duurste, meest monumentale en tot de verbeelding sprekende kunstwerken van de kunstenaar. Het Scheepvaartmuseum kocht de wandtapijten voor „ruim 2 miljoen euro” bij de Franses Gallery in Londen. Veel wat er te zien is op de tentoonstelling komt ook – naast werk van het Scheepvaartmuseum zelf, musea als het Rijksmuseum, het Mauritshuis – uit Engelse collecties als het National Maritime Museum in Greenwich, The National Gallery in Londen en twee koninklijke verzamelingen.
Het ging de Van de Veldes goed in Engeland, maar aan alle mooie dingen komt een eind. Toen de Nederlandse stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary Stuart tijdens de Glorious Revolution van 1688 op de Engelse troon kwamen, verloren de Van de Veldes hun koninklijke mecenas. De Van de Veldes gingen zich weer volledig op de vrije markt toeleggen. Tot aan de dood van vader in 1693 zouden vader en zoon samen blijven werken, in Engeland. Waar we in Nederland bij de naam Willem van de Velde vaak het eerste denken aan de Oude, is dat bij de Britten de Jonge. In de oude Britse landhuizen is het vooral het werk van de Jonge dat tussen andere oude Hollandse meesters te zien is. Wij Nederlanders zien de Van de Veldes als het summum van de zeventiende zeeschilderkunst, voor de Britten gaat het meer over de achttiende eeuw, de tijd dat de Britse marine tot bloei komt. Willem van de Velde de Jonge wordt daarbij gezien als een schilder die aan het begin staat van de Britse maritieme schilder traditie die uiteindelijk leidt tot de grote William Turner (1775-1851).
[2021]
Kunsthandelaar Annemarie van der Hoeven over de markt van de vader en zoon Van de Velde