top of page
IMG_2698.jpeg

Wandelen met Ina Klaassen (1969), directeur bestuurder van Museum Boijmans Van Beuningen

‘Een plek waar hedendaagse ontwikkelingen groots worden gevierd’

IMG_2577.jpeg
IMG_2589.jpeg

‘Ik heb de leukste baan van de stad’, zegt Ina Klaassen aan haar bureau waar ze wijds uitkijkt over de Maas, over de Erasmusbrug, aan de horizon de rode Willemsbrug en naar de Kop van Zuid op de kolossale gebouwen De Rotterdam, het Nieuwe Luxor Theater en de Rechtbank.uitgelegd in plaats van in de hoogte.

De kantoren van het museum bevinden zich tegenwoordig niet meer aan het Museumpark, maar in zakelijke kantoorgebouwen aan de voet van de de grootste toren van de Benelux, de Zalmhaventoren.

IMG_2580.jpeg
IMG_2584.jpeg
IMG_2599.jpeg
IMG_2611.jpeg
IMG_2617.jpeg
IMG_2627.jpeg

‘’s Avonds is de doorgang onder het NAI gebouw verlicht met de neonverlichting van de kunstenaar Peter Struycken.

IMG_2623.jpeg
IMG_2636.jpeg

Het gebouw is ontworpen architect Winy Maas van het Rotterdamse bureau MVRDV die de Rotterdammers ook al kenden van de Markthal.

IMG_2677.jpeg
IMG_2651.jpeg
IMG_2642.jpeg
IMG_2650.jpeg
IMG_2671.jpeg
IMG_2693.jpeg
IMG_2720.jpeg
IMG_2685.jpeg

Boven op het enorme terras, tussen de berken die speciaal zijn gekweekt voor dit dak, wijst Klaassen naar hoe verderop het oude museumgebouw horizon moet worden uitgelegd in plaats van in de hoogte.

Tekst & foto's van Koos de Wilt voor COLLECT

 

‘Ik heb de leukste baan van de stad’, zegt Ina Klaassen aan haar bureau waar ze wijds uitkijkt over de Maas, over de Erasmusbrug, aan de horizon de rode Willemsbrug en naar de Kop van Zuid op de kolossale gebouwen De Rotterdam, het Nieuwe Luxor Theater en de Rechtbank. ‘Boijmans is een geweldig museum met een geweldige collectie en mensen en ik mag daarbij ook nog eens twee grote bouwprojecten doen.’ De kantoren van het museum bevinden zich tegenwoordig niet meer aan het Museumpark, maar in zakelijke kantoorgebouwen aan de voet van de de grootste toren van de Benelux, de Zalmhaventoren. ‘Die toren is in twee jaar neergezet. Het ontwikkelen van een nieuw museum is wat ingrijpender’, lacht de museumdirecteur. Het nieuwe Boijmans Van Beuningen zal er in 2028 moeten zijn. Klaassen wijst over de Maas naar het zuiden. ‘We wilden daar diep op Zuid een echte dependance hebben in de oude V&D vestiging op Zuidplein, maar dat kregen we financieel net niet rond. Jammer. Wat we nu wel doen in de voormalige technische school aan Hillevliet 90 op Zuid zijn programma’s met kunstenaars, met bewoners en educatieve programma’s. Misschien past het ook wel beter wat we met Boijmans willen doen, echt contact maken met de mensen in de wijk. Dat doen we bijvoorbeeld met onze collectie van “tafelzilver van Boijmans” die we verbinden we met het “tafelzilver” van de bewoners van de Kiefhoek, een wijk in Rotterdam Zuid die door de architect Oud is ontworpen. Dat gaan we samenbrengen in het Depot. In dat nieuwe collectiegebouw willen we echt een connectie aangaan met ons publiek. Dat zit ‘m daar niet in meer tentoonstellingen, maar in andere verhalen over kunst. Met een focus op de objecten, het verzamelen en het verzorgen van kunst. We draaien daarmee het museum binnenstebuiten.’

 

Tweehoofdig bestuur

We lopen naar buiten tussen de hoge gebouwen naar het Vasteland, de plek die veel Rotterdammers nog associëren met waar de Koninklijke Schmidt Zeevis meer dan honderd jaar zat. Daar vertelt ze dat ze, voordat ze in 2013 bij Boijmans begon als zakelijk leider, directeur was aan de Rotterdamse Willem de Kooning Academie en directeur Fine Arts bij hogeschool ArtEZ. Ze werkte meer dan acht jaar voor de gemeente Rotterdam in verschillende functies waaronder adjunct-directeur en hoofd Beleid en onderzoek bij de dienst Kunst en Cultuur. De Westzeedijk overstekend vertelt Klaassen over de taakverdeling met haar collega Sjarel Ex. ‘Samen zijn we verantwoordelijk voor alles. Over het geld en over de kunst. Sjarel is meer gericht op de artistieke inhoud en ik ben intensiever betrokken bij de bouw. Bij de gemeente Rotterdam heb ik daar enige ervaring mee opgedaan. Dat ik hier zo middenin zou zitten, wist ik zeven jaar geleden nog niet. Ik heb veel moeten leren, over horeca, over klimaat in musea, over beveiliging. Zaken waar ik daarvoor nog nooit mee te maken had gehad. Maar ik ben niet heel erg bang uitgevallen. Ik vertrouw op mijn boerenverstand en gelukkig ben ik omringd met inhoudelijk buitengewoon goede mensen. Dat is sowieso het leuke aan musea. Iedereen is inhoudelijk zeer betrokken en ik ben daarbij dan degene met een helicopterview.’

 

Groningen

De museumdirecteur loopt over de Westzeedijk richting de Kunsthal en kijkt uit op de enorme rode beuk op het Koningin Emmaplein aan de overkant. Een boom die net als het pleintje al sinds eind negentiende eeuw een Rotterdamse metamorfose heeft overleefd. Veel in Rotterdam is veel nieuwer, zo weet de museumdirecteur. Ook Klaassen is relatief nieuw in de stad. ‘Rotterdam is een stad waar mensen altijd al overal vandaag komen. Ik kom oorspronkelijk uit Groningen. Er zijn heel veel Groningers in Rotterdam, ook bij het museum. Sjarel heeft net als ik lang in het dorp Haren gewoond, iets ten zuidoosten van de stad Groningen. Het feit dat heel veel mensen hier wortels elders hebben, maakt de stad zo prachtig. De grote uitdaging van musea, en zeker dat van een museum in deze stad is mensen van die verschillende culturele, etnische achtergronden en verschillende leeftijdsgroepen aan te spreken. Iedereen moet wat vinden in de collectie. Dat is waar we ons op richten bij het openstellen van het Depot en de renovatie. We willen een museum zijn voor alle Rotterdammers, voor het meer elitaire museumpubliek én voor de Rotterdammer die weinig heeft met kunst. Met het museum willen we geen fort zijn, maar een plek waar iedereen graag komt. In onze collectie hebben we veel oude kunst, moderne kunst en design, maar we hebben ook veel met hedendaagse kunst. Voor die kunst willen we een paviljoen bouwen waar we kunstenaars nog meer kunnen faciliteren, dat ze zelfs met water, met vuur of met vloeibaar aluminium kunnen werken zonder dat regels dat onmogelijk maken. We willen dat dit de plek wordt waar hedendaagse ontwikkelingen groots worden gevierd. Het mooie van nu is dat we al veel kunnen uitproberen. Bijvoorbeeld met het educatieve programma bij Hillevliet 90 op Zuid en bijvoorbeeld met Boijmans Ahoy drive-thru museum, met je auto door Ahoy te rijden.’

 

Gedoe

Klaassen loopt langs de Kathedraal van de Heilige Nikolaas het groene deel van het Museumpark in. In de verte is de tuin van het museum te zien en een eerste glimp van het enorme Depot. Een paar decennia geleden heette het hier nog het land van Hoboken. Eind jaren tachtig startten de Dienst Stadsontwikkeling hier met Rem Koolhaas en de Franse landschapsarchitect Yves Brunier met het huidige museumpark. Koolhaas en Brunier hadden het park in de lengte verdeeld in vier verschillende zones, die sterk van elkaar verschillen. Inmiddels is het oorspronkelijke ontwerp van Koolhaas door de jaren heen hersteld en verbeterd. Nu geeft het ook plaats aan het Depot. Klaassen: ‘Het denken over de toekomst begon al vijftien jaar geleden met het idee van Sjarel. Met het publiek maken van het Depot heeft hij een nieuw museumtypologie bedacht. Wat dat precies betekent hebben we vervolgens gedurende de rit stukje bij beetje bedacht. Eerst moesten we de collectie veiligstellen en daarna hebben we de rest van de plannen eroverheen getild. Onderweg hadden we wel een hoop uitdagingen te overwinnen. Dat begon met de fundering die op dik water moest worden gemaakt. De parkeergarage heet hier niet voor niks de Blunderput. Daar waren er ook problemen met het venig gebied. Dat hadden wij ook met het oude depot en de collectie. De palen gingen wandelen en dat was gewoon pech. Sommige Rotterdammers vonden het sowieso al geen goed idee om te bouwen in het park. Ook was er de vrees dat jonge psychiatrische patiënten in het medisch centrum last zouden kunnen krijgen van de spiegeling in het depot. Het komvormig gebouw is rondom bekleed met enorme spiegelende platen, waardoor een min of meer aansluitend verkleind spiegelbeeld van de omgeving te zien is. Gelukkig is daar een oplossing voor gekomen met een matte plek aan de achterkant van het gebouw en de bomen ervoor.’

 

De pot

Het museum aan de rechterkant, dat er sinds 1935 staat, is inmiddels leeg. Wereldberoemde werken van Bruegel, Jheronimus Bosch, Jan van Eyck, Rembrandt, Salvador Dalí, Pipilotti Rist, Olafur Eliasson, Constant Nieuwenhuijs, David Hockney en Jean-Michel Basquiat zijn sinds 2019 allemaal van de muur. Klaassen: ‘De collectie is bij zeven verschillende depots van Amsterdam tot Antwerpen ondergebracht en stukje bij beetje wordt het nu hier teruggebracht. Veel van de collectie reist de wereld rond. Onze werken van Dalí, Magritte, Man Ray en andere surrealisten uit de collectie zijn te zien in Seoul in Zuid-Korea, in Wellington in Nieuw-Zeeland en in Mexico-City. Onze impressionisten zijn te zien in een museum in Friesland. Daarna gaat er ook nog delen van de collectie naar net Rijksmuseum.’

 

Klaassen loopt tussen het museumgebouw en het nieuw Depot door de smalle Jongkindstraat met de witte modernistische villa’s uit de jaren dertig waaronder het Chabotmuseum met een verzameling expressionistische kunst van Hendrik Chabot en Huis Sonneveld, het woonhuis van de directeuren van de Van Nellefabriek ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt. Direct aansluitend wandelt de museumdirecteur tussen de betonnen doorgang onder het NAI-gebouw en naast Het Nieuwe Instituut. Klaassen: ‘’s Avonds is de doorgang verlicht met de neonverlichting van de kunstenaar Peter Struycken. Struycken heeft ons geholpen bij het creëren van een daglichtmuseum in combinatie met kunstlicht zodat er geen kleur en diepte verloren gaan. Wij werken vaker met kunstenaars bij het ontwerp van het museum. Bekend is ook de carrouselvormige garderobe van Studio Wieki Somers. John Körmeling die de entreehal heeft ontworpen en Marieke van Diemen heeft in het depot The Maze gemaakt, een driedimensionaal doolhof in het atrium met zwevende vitrines waarin kunstwerken en voorwerpen uit de depots worden getoond.’

 

De Verre Bergen

Tussen werklui die de laatste puntjes op de i zetten aan het gebouw en vrachtwagens die delen van de collectie komen terugbrengen wandelt Klaassen aan de zijkant het Depot in, in de volksmond ‘De Pot’. Het gebouw is ontworpen architect Winy Maas van het Rotterdamse bureau MVRDV die de Rotterdammers ook al kenden van de Markthal. In het Depot zullen zeventigduizend werken te zien zijn, op een totale oppervlakte van ongeveer vijftienduizend m2. De volledige kunstcollectie wordt hier opgeslagen en voor het publiek toegankelijk gemaakt. De lift doet het even niet dus betreden we de trappen naar de zesde verdieping, bijna veertig meter hoog. De laatste hand wordt daar gelegd aan het restaurant. Alles krijgt hier volop de ruimte. Klaassen: ‘Het bijzondere van Rotterdam is dat door het bombardement van 1940 de stad nog steeds veel ruimte in de binnenstad heeft. En nog steeds is de stad niet af. Je kunt nog steeds veel doen. Dat was ook de reden waarom ik ooit naar Rotterdam ben gekomen. Het leuke voor mij is dat ik in de stad van alles kan zien waaraan in mee heb mogen werken.’

 

We wandelen de enorme ruimte in waar die naam zal dragen van De Verre Bergen en waar een deel van de topstukken zullen worden getoond tijdens de renovatie. Financieel is de realisatie van het Depot mede mogelijk gemaakt door stichting De Verre Bergen, de filantropische organisatie van de familie Van der Vorm. De familie heeft fortuin gemaakt in de havens en geeft nu terug. De Stichting de Verre Bergen heeft meer brede maatschappelijke doelen, de “zusterstichting” Droom & Daad is de stichting die zich echt op de culturele sector richt. Met de stichting Droom en Daad, met directeur Wim Pijbes, wil de familie bijdragen aan een mooi en aantrekkelijk Rotterdam door te investeren in de culturele sector en deze aantrekkelijk te maken voor jong en oud. De schenking van Verre Bergen bedraagt ruim 27 miljoen euro. De overige financiering, met uitzondering van de opbrengst uit de Capital Campaign, bestaat uit een lening van 53 miljoen euro bij de Waterschapsbank. Het eigendom van het Depot is ondergebracht in de stichting Collectiegebouw. Boven op het enorme terras, tussen de berken die speciaal zijn gekweekt voor dit dak, wijst Klaassen naar hoe verderop het oude museumgebouw horizon moet worden uitgelegd in plaats van in de hoogte. ‘Met dit Depot komt het wel goed, bij dat project weet ik het nog niet. We moeten zeker nog vijfenvijftig miljoen gaan ophalen. Dat is de volgende uitdaging waar ik mijn tanden in zet nu.’

 

[oktober, 2021]

 

bottom of page