top of page

Broodje design


​​​​​​Ik lunchte voor het blad Collect met de directeur Timo de Rijk van het Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch, een museum dat in Nederland hét museum wil zijn van design. Timo was jarenlang hoogleraar design aan de TU Delft en de Universiteit van Leiden en ik verwachtte een heel ingewikkelde uiteenzetting van wat design eigenlijk voor hem betekent. Niet dus. Design is voor hem simpelweg een manier om de wereld te begrijpen. Het is een manier om op een niet normatieve manier de wereld te doorgronden zoals die werkelijk is en niet hoe die zou moeten zijn. De Rijk: 'Design is voor mij een middel om de wereld te leren kennen, de breedte spreekt mij aan. Het gaat over alles, zelfs over het broodje dat we hier nu zitten te eten. De bakker, in dit geval de fabriek, doet zijn best om het eruit te laten zien als een authentiek door de bakker gebakken broodje. Een broodje moet op een broodje lijken, het mag niet iets anders zijn. Dat is design. Het drukt een verlangen uit naar het ambachtelijke, naar iets dat niet perfect is, maar het moet ook weer geen misbaksel zijn. Wij kijken op een romantische manier naar zoiets als een broodje. En dat is weer een moderne manier van kijken. We hebben namelijk het imperfecte nodig om het perfecte te kunnen begrijpen. Dat is hoe design functioneert in de maatschappij.’

Op dit moment is de tentoonstelling te zien over avant-gardistische Italiaanse design van de jaren zestig tot tachtig, De laatste avant-garde. Radicaal design in Italië 1966-1988. Groepen als Archizoom, Superstudio, Alchimia en Memphis en ontwerpers als Andrea Branzi, Ettore Sottsass en Matteo Thun ontwikkelden in deze jaren een radicale nieuwe visie op vormgeving en de maatschappij. De Rijk: ‘De tentoonstelling gaat over hoe Italiaanse ontwerpers op een niet romantische, maar kritische en artistieke manier naar de moderne tijd keken. Het is vergelijkbaar met hoe Warhol keek naar de abstract expressionisten van zijn tijd, kunstenaars die met een kwast en verf persoonlijke aansluiting zochten met de kunstgeschiedenis. Dat wilde Warhol juist niet. Hij wilde iets doen met de maatschappij waarin hij leefde, hoe lelijk die soms ook was. Ga niet op zoek naar eeuwige schoonheid maar kom de wereld onder ogen, ga op zoek naar de essentie van je eigen tijd. Ed Ruscha deed hetzelfde in 1963 toen hij op heel droge manier 26 benzinestations fotografeerde en daarmee zijn tijd vastlegde. Het knappe van de Italianen van deze tentoonstelling is dat ook zij de wereld onder ogen zagen zoals die toen was, zij wezen die niet af. Nederlandse ontwerpers zijn meer behoudend en ook normatiever.’

 
 
 

Comments


bottom of page