Naar de Wallen

Van de week mocht ik een groep wetenschappers door Amsterdam leiden, heritage onderzoekers uit Griekenland, Italië, Israel, IJsland, Rusland, Roemenië, Canada en Frankrijk. Het mooie van zo'n groep, en door al de verschillende nationaliteiten, is dat helemaal niets vanzelfsprekend is. Niet hoe wij musea opzetten en runnen, niet hoe wij in het verleden zijn omgegaan met religie en handel, niet hoe de huishouding van ons land eruit ziet. Het liet mij inzien dat het ook wel een buitengewoon wonderlijk verhaal is hoe wij de boel hier runnen.

Ik wandelde met de groep over de Wallen en bezocht, in het hart van de roze buurt, de Oude Kerk. Wij zijn hier gewend dat dit oudste gebouw van de stad omringd is door voornamelijk dames van lichte zeden. Aardse en hemelse zaken worden hier zij aan zij afgewikkeld. Als je binnenkomt in de kerk, stap je uit een luidruchtige wereld van wietlucht en rode tl-buizen en ervaar je ineens een serene rust die van andere tijden is en die je als rusteloze 21ste-eeuwer ineens diepe wortels geeft. Je kuiert ook tussen de kunst van Marinus Boezem (1934) die zijn leven lang al gefascineerd is door kathedralen. Zo worden nu in de kerk in gebroken spiegels de gewelven (ooit gemaakt door schepenbouwers, zo valt op) zichtbaar en kun je met een heuse liftboy met een verhuislift vijftien meter mee omhoog en krijg je een haast goddelijk beeld van het interieur van de kerk. Op de achtergrond hoor je de wind- en natuurgeluiden die Marinus heeft opgenomen bij zijn geweldige Groene Kathedraal, een met bomen en op 1/1 schaal nagemaakte kathedraal van Reims, maar nu dan vlakbij Almere. Hier in de Oude Kerk ervaar je een buitengewoon waardige interactie tussen de Amsterdamse Middeleeuwen en wat met vandaag te maken heeft. Voor buitenlandse ogen is het nogal wat. Zeker toen ik even later ook nog aan de groep moest bewijzen dat de Nieuwe Kerk zelfs een succesvolle tentoonstelling heeft over de seksbom van de 20ste eeuw: Marilyn Monroe.

Op een paar vierkante honderd meter komt op de Wallen de geschiedenis tot leven. Zo is de Oude Kerk nu officieel een museum waar gelovigen zondags hun dienst mogen houden. Plekken krijgen door de eeuwen heen nieuwe functies. De Oude Kerk was tot de Alteratie in 1578 een katholieke kerk. Net daarvoor, tijdens de Beeldenstorm van 1566, was de binnenkant grotendeels vernield door de ketters, en werd de katholieke trots ineens een Protestante kerk. Zo'n tienduizend protestanten werden door de eeuwen heen in de kerk begraven, waaronder de geliefde van Rembrandt, Saskia van Uylenburgh. De Katholieken konden in de zeventiende eeuw voortaan gaan schuilkerken in bijvoorbeeld Ons' Lieve Heer op Solder, een paar meter verder, een woonhuis met op zolder een verstopte, maar heuse katholieke kerk. Na de dood van de katholieke koopman die de kerk runde, werd de boel overgenomen door een protestant die wel geld zag in het verhuren van de katholieke schuilkerk aan de papen. Zie hier de Hollandse handelsgeest. Met de religieuze opleving in de loop van de negentiende eeuw, en met de ruimte die werd gegeven aan de katholieken, werd de kolossale Basiliek van H. Nicolaas gebouwd. Dezelfde naam als de Oude Kerk ooit had, naar de patroonheilige van handelaren en zeelieden. Het werd en spierballenkerk die de meeste Amsterdammers tegenwoordig echter makkelijk over het hoofd zien terwijl het toch het grootste gebouw is dat je ziet als je het Centraal Station uitwandelt. De traditionele gelovigen zijn ook hier inmiddels weer vertrokken, nu is het een migrantenkerk geworden waar vooral veel gelovige immigranten uit Zuid-Amerika komen kerken. Massaal zelfs!
Het is een wonderlijke geschiedenis van het Paapse Amsterdam dat je alleen gelooft als je het met eigen ogen ziet. Bijvoorbeeld in groepsverband tijdens een van mijn stadswandelingen.
